vrijdag 2 oktober 2009

Leermiddelen op drift?

Gisteren was er in Tilburg een interessante conferentie van de Vereniging van Educatieve Auteurs (VvEA). Vertegenwoordigers van auteurs, scholen, uitgevers en lerarenopleiders gaven hun visie op de ontwikkelingen van leermiddelen. De titel van de conferentie was Leermiddelen op drift en er werd dan ook driftig gediscussieerd.
Wij hebben de conferentie met 2 directieleden bezocht en voor ons was het interessant omdat door de operatie Gratis Schoolboeken er veel meer aandacht is gekomen voor het leermiddelenbeleid. Of beter gezegd: er is veel meer noodzaak om daar aandacht aan te besteden want de standaardvergoeding die wij als school ontvangen is ontoereikend voor de traditionele glossy methoden met werkboeken die ieder jaar vervangen moeten worden. Alle vaksecties zijn nu extra kritisch op het voorschrijven van bepaalde boeken maar worden ook gestimuleerd om eigen materiaal te ontwikkelen en waar mogelijk de dure koopboeken te vervangen.
Minister Plasterk vindt dat alle leraren veel meer eigen lesmateriaal moeten maken; bij voorkeur digitaal. Daarbij zijn twee kanttekeningen te plaatsen. Ten eerste kunnen en mogen we wel verwachten dat iedereen goed lesmateriaal kan schrijven, is dat een competentie die iedere leraar automatisch heeft? En ten tweede: wat wordt onder digitaal verstaan? Teksten en oefenmateriaal als bestand via de elektronische leeromgeving op Internet plaatsen is niet de ultieme oplossing; een kritische ouder zou kunnen zeggen dat de Gratis Schoolboeken dan alleen meer printkosten geven. Zouden we de moderne docent niet meer als arrangeur moeten zien? Met een lesmethode als raamwerk -en daarmee de garantie dat alle kerndoelen aan bod komen- en daarnaast een gereedschapskist met een keur aan materialen ter illustratie, verrijking, oefening, diagnostische toetsing etc. Denk aan filmpjes, animaties, serious games, allerlei sites met geschikte informatie en de ontwikkeling van digitale lespakketten zoals in Wikiwijs, een beoogd platform voor open leermiddelen. De vakdocent kan als arrangeur én didacticus in dit oerwoud van mogelijkheden schiften en schikken.
Uit de conferentie Leermiddelen op drift bleek echter dat het allemaal zo'n vaart niet zal lopen. De kwaliteit van het lesmateriaal wordt nu bewaakt door educatieve auteurs en uitgevers maar zij hebben geen enkel belang bij open (lees = kosteloos beschikbare) leermiddelen en de lerarenopleidingen hebben recentelijk pas ict-competenties voor de toekomstige leraren vastgesteld. Dat betekent een opdracht aan school om zelf met enthousiaste leerkrachten op een verantwoorde manier aan de slag te gaan om alvast stappen in deze richting te maken.

4 opmerkingen:

  1. Dag, ik herken de bovenstaande discussie omtrent leermiddelen. Ik werk zelf bij Regionaal Archief Tilburg en Stadsmuseum Tilburg als Coordinator Educatie. Ook ik ontwikkel regelmatig lesmateriaal, maar de hoeveelheid is absoluut niet te vergelijken met wat er op de scholen gebruikt wordt.

    Laat ik voorop stellen dat de discussie digitaal of analoog niet als doel voorop zou moeten staan. Leermiddelen, het woord zegt het al, zijn middelen om een gewenst leerdoel te bereiken. Nu kun je heel functioneel gaan denken: woorden als 'glossy' en 'gelikt' zouden er dan niet toe doen. Maar het leren van de leerling is niet alleen het verwerken en verstouwen van droge informatie. Soms moeten leerlingen geprikkeld of zelfs verleid worden om met de materie aan de slag te gaan. Het lijkt alsof dat 'soms niet mag'. Het onderwijs moet goede leerstof bieden en eigenlijk mag het allemaal niks kosten.

    Maar laten we eens naar onszelf kijken? Als ik langs de boekwinkel loop, laat ik me regelmatig verleiden door de mooie kaft, de vormgeving van het boek of zelfs het materiaal, waarvan het boek is gemaakt.'Dat wil ik hebben', denk ik dan. Mijn zoon is dit jaar voor het eerst naar de middelbare school gegaan. We konden boeken huren via de een of andere site en de kans was groot dat er tweedehands boeken bij zaten. In principe heb ik er niets op tegen, duurzaamheid etc., maar in de praktijk bleek het vies en onaantrekkelijk materiaal. Afgeknabbelde boeken met ezelsoren tot aan de kaft toe. Bevlekt, hier en daar gescheurd, zelfs tot aan een luchtje toe.

    Moeten kinderen daaruit leren? Moeten kinderen daarvan leren?

    Ik houd geen pleidooi voor dure boeken noch voor zogenaamd 'goedkoop' digitaal materiaal. (Ook dat moet namelijk worden vormgegeven door professionele ontwerpers). Ik zou zeggen: kijk naar de doelgroep. Wat moet er worden geleerd? Welke middelen zijn daarvoor nodig en hoe moet dat materiaal er dan uit zien?

    Het onderwijs moet serieus worden genomen en dat betekent dat er budgtten beschikbaar moeten zijn. Budgetten voor leren en lesmateriaal, ongeacht digitaal of analoog. Als het maar effectief en efficient is, de vorm waarin, die doet er niet toe.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hallo Petra,
    Wij zijn nog van de generatie die als sponzen de geur van nieuwe boeken opsnuiven en dat als een studiestimulans ervaren. Ik zie inderdaad af en toe beduimeld studiemateriaal van onze leerlingen dat de concurrentieslag met kleurrijke websites maar beter niet aan kan gaan, maar eigenlijk gaat het daar niet over. Het gaat er met name om dat de leerlingen die nu op school zitten op een heel andere manier leren dan wij. Het is dus niet alleen een kwestie van kijken naar wat er geleerd moet worden en welke middelen daarvoor nodig zijn, maar vooral ook wie moet er leren en hoe kunnen we die groep het beste bereiken.
    De generatie van nu heeft andere (studie-)vaardigheden dan wij en het is belangrijk om daarop in te spelen. Zijn wij nog geneigd om uitgebreide informatie in de Winkler Prins van de grootouders van onze kinderen op te zoeken (en daarmee niet de geur van nieuwe boeken, maar de nostalgie van het verleden op te snuiven), onze kinderen surfen naar Wikipedia en van daaruit naar diverse sites met foto’s, filmpjes en interactief materiaal.
    In het onderwijs gaat het dan niet om of het een of het ander (digitaal of analoog); integendeel, het een moet het ander aanvullen.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ook ik herken elementen uit deze discussie. Ik heb een jaar of drie trainingen gegeven in het ontwikkelen van digitaal lesmateriaal aan docenten van ROC-Tilburg en van het Midden-Brabant College in Tilburg. Sommige docenten maakten pareltjes van lesmateriaal, maar andere docenten bleken (zelfs na een intensieve training) daartoe helemaal niet in staat. Dat waren géén slechte docenten, alleen: ze bezaten niet de competentie om leermateriaal te ontwikkelen. Leermateriaal ontwikkelen kost bovendien erg veel tijd, een schaars goed voor docenten ontdek ik dagelijks ;-0.

    Enkele van die 'pareltjes' plaatsten wij in een digitale étalage, zodat andere docenten konden zien wat de mogelijkheden zijn én omdat wij overtuigd waren van open content. Deze pareltjes zijn nog steeds te bekijken en te gebruiken via: http://www.contentinopel.nl. Sommige zijn ook bruikbaar binnen het VO.

    Zelf ben ik al een tijdje aan het broeden op het arrangeren van lesmateriaal Nederlands voor mijn lessen in de bovenbouw bij het Theresia. Het ontwikkelde product kan ook door andere docenten Nederlands van het Theresia gebruikt kunnen worden. Waar het kan, ga ik het ook met hen samen maken. Ik zoek nog naar een goede omgeving om een en ander neer te zetten. Een wiki? Een blog? Een website? Googlesite?

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Past helemaal in deze discussie: http://www.vo-raad.nl/actueel/nieuws/houding-docent-bepaalt-inzet-leermiddelen

    BeantwoordenVerwijderen