zaterdag 16 oktober 2010

Bulgarije Euroweek 2010

Vorige week heb ik de eer gehad om als schoolleider een groot deel van het Euroweekprogramma in Bulgarije bij te mogen wonen. De Euroweek bestaat al sinds 1992 en is er op gericht om leerlingen van verschillende Europese landen met elkaar en met de cultuur kennis te laten maken. Onze school vertegenwoordigt Nederland vanaf de beginjaren. Vorig jaar was de Euroweek in Slovakije en onze 8 leerlingen die daar aan deel hadden genomen waren zo enthousiast dat ik me voor genomen had om als het enigszins mogelijk was ook eens mee te gaan om de sfeer te proeven. Dit jaar was het gastland Bulgarije en het was een fantastische ervaring:

  • Het is goed om te zien hoe onze leerlingen zich keurig gedragen maar tevens op zeer positieve wijze gangmakers en voortrekkers zijn. Zij hebben zich in het internationale bad gestort en veel mede-Europeanen ontmoet. Er participeerden 19 landen en de leerlingen hebben heel de week programma gehad met ontmoeting, proeflessen (Bulgaars), internationaal buffet (onze inbreng: kaas en stroopwafels), dans en muzikale opvoeringen, gezamenlijk toneelstukken schrijven en spelen, disco etc etc. De leerlingen maken nog een uitgebreid verslag voor het schoolblad de Tresor.


  • Er gaan altijd 2 docenten mee als begeleider en het is een genoegen om met collega's eens zo intensief op pad te zijn, uiteraard praat je dan over school maar er is ook de tijd om elkaar eens echt beter te leren kennen. Een docente van de Bulgaarse gastschool zet zich speciaal in voor weeskinderen. Op een van de laatste dagen, ik was zelf helaas al weer naar huis, hebben onze docenten samen met haar een weeshuis bezocht en dat heeft diepe indruk gemaakt, voor de komende Kerstactie is dit een heel zinnig doel en er is overleg met een paar scholen van andere landen of zij ook willen participeren.


  • Naar een land als Bulgarije ga je niet snel (alhoewel de jeugd tegenwoordig massaal naar Sunny Beach gaat, een soort Lloret de Mar of Chersonissos maar dan aan de Zwarte Zee). Een land dat mede door het recente EU-lidmaatschap versneld het communistische juk aan het afwerpen is. Overigens praatte men genuanceerd over het communisme. Een docente zei: "Vroeger had ik geen vrijheid maar ook geen zorgen, nu heb ik vrijheid om te reizen maar geen geld en veel zorgen". De zorgen slaan o.a. op de stijgende kosten van de gezondheidszorg, een verschijnsel dat wij ook kennen. Er is veel interessante historie waar men terecht trots op is maar ook rijen grauwe Oostblok blokken.

    We waren 1 dag in de hoofdstad Sofia, een echte wereldstad met 1,5 miljoen inwoners, waar een moskee, een synagoge en de orthodoxe kerk broederlijk naast elkaar kunnen staan. Even buiten Sofia is een imposant gebergte met fraaie uitzichten over de
    stad en een apart natuurverschijnsel: de stone river (zie foto met klauterende leerlingen).
    Daarna waren we in het binnenland in Stara Zagora, net iets kleiner dan Tilburg, weer met talloze grijze flats maar ook een rijk Romeins verleden en een gezellige binnenstad.


  • Het mooiste van deze week was voor mij de ontmoeting met een 50-tal docenten en schoolleiders van 19 verschillende Europese landen. De gemeenschappelijke factor is onderwijs en er is veel gepraat over de verschillen en overeenkomsten. Niet alleen qua lessentabel en niveau maar ook de culturele verschillen. Verder is er goed genetwerkt en hebben we volop adressen voor de uitwisseling in het kader van ons project de Europese Onderzoeker waarbij leerlingen op individuele basis een paar weken naar het buitenland gaan om aan hun profielwerkstuk te werken.
    O ja, en het was ook nog gezellig!

Twee persoonlijke conclusies:
  • De ontmoeting moet inderdaad centraal staan bij internationaliseringsactiviteiten!

  • Wat zijn wij toch bevoorrecht! Een Bulgaarse docent verdient €300 per maand en vertelde trots dat zij zich nu iedere dag een ei kunnen permitteren en met een beetje geluk twee keer per week vlees.

woensdag 6 oktober 2010

Een geanimeerde lunch

Enkele keren per week lunch ik met een aantal collega's in een kleine lunchkamer ergens weggestopt in het gebouw. De verschillende disciplines die dan vertegenwoordigd zijn leiden soms tot geanimeerde gesprekken.
Vandaag zat er een groep van acht mannen met mij aan tafel, waaronder een docent aardrijkskunde, natuurkunde, scheikunde, Duits, maatschappijleer en wiskunde. Zelf heb ik een achtergrond als docent Nederlands. Als enige vrouw in dit overwegend bètagezelschap voel ik me wel eens een beetje een vreemde eend in de bijt.
Ook bevonden zich in het gezelschap een Belg en een Fin. Hoe divers wil je het op een school hebben? Deze diversiteit is uiteraard nodig om onze leerlingen een grote verscheidenheid aan kennis bij te brengen en ze door verschillende brillen op verschillende neuzen een eigen kijk te laten ontwikkelen op de wereld om hen heen.

Ik was wat verlaat en toen ik de lunchkamer binnenkwam was het gesprek al gaande, en waarover anders dan over de kabinetsformatie en het proces Wilders (een keer niet over voetbal, al deed ik wel een poging daartoe, alles beter dan over 'de man wiens naam niet genoemd mag worden'). De een zuchtte al bij het horen van die naam, de ander wilde er nog eens een schepje bovenop doen, door de Belgische situatie erbij te halen en de Vlaming onder ons te bevragen over de vorderingen van onze Zuiderburen. Betreffende Vlaming wist te vertellen dat een onderzoek heeft uitgewezen dat slechts 2% van de telefoongesprekken in België van het ene naar het andere taalgebied gaat. Wat maar weer eens bewijst dat België niet bestaat en bevestigt dat er twee verschillende bevolkingsgroepen in dat land naast elkaar leven. De Vlamingen moesten zich maar afscheiden. Of dan Vlaanderen bij Nederland komt of Nederland bij Vlaanderen was meteen een volgend discussiepunt, tot de aardrijkskundedocent verzuchtte: asjeblieft niet, dan moeten mijn methodes weer aangepast worden, en moet ik weer een nieuwe druk van de Bosatlas bestellen….
De docent Duits constateerde tevreden dat je dan toch beter een taal kunt geven, daarin verandert maar weinig. Hij verwachtte tenminste niet dat de vijfde naamval binnenkort weer terug zou komen. De scheikundedocent zei met een gespeelde afgunst in zijn stem dat hij in een volgend leven ook een taal gaat leren, want dat is tenminste makkelijk. Je leert een taal en je bent er vanaf.
Nou is scheikunde niet bepaald mijn ding, het enige wat ik nog echt weet uit mijn middelbare schooltijd is dat het periodiek systeem ook wel hahelibebknofnenamgalsipsklarka heet, maar ik wilde in dit gezelschap toch een quasi-intelligente vraag stellen: komt er dan wel ooit een element bij?
Jazeker! Het element ununseptium. (Later natuurlijk even gegoogled. Lang leve de bloggers!).
Van de nieuwe ontdekking ununseptium komen we op de Nijmeegse Nobelprijswinnaar voor grafeen en we krijgen een minilesje over dit materiaal dat ook voor de computerindustrie een waardevol element kan zijn, maar dat eigenlijk gewoon in ons potlood schijnt te zitten.
Een half uur lunchpauze is veel te kort voor de geanimeerde gesprekken, de kennisuitwisseling, de wereldverbetering, en de politieke discussies aan tafel met deze groep uitstekende docenten!